Hoe moet je Engelse werkwoorden vervoegen?
Table of Contents
Hoe moet je Engelse werkwoorden vervoegen?
De stam van een Engels werkwoord schrijven we op dezelfde manier als in het Engels. Die vorm gebruiken we zoals de stam van een inheems werkwoord. Aan die stam worden de vervoegingsuitgangen -t, -d, -en, -te(n) en -de(n) ‘vastgeplakt’: surft, speechte, lobbyde, gelabeld, hockeyen, gedeletet, managede enzovoort.
Hoe zet je Engelse werkwoorden in de verleden tijd?
De meeste werkwoorden in het Engels zijn regelmatig:
- Je maakt de verleden tijd door simpelweg -ed achter het werkwoord te plakken (walk – walked).
- Als het werkwoord op een e eindigt, plak je er alleen -d achter (move – moved).
- Als het werkwoord op een y eindigt, vervang je de y door -ied (cry – cried).
Hoe vervoeg je leenwoorden?
Werkwoorden die geleend zijn uit het Engels, worden vervoegd volgens de Nederlandse regels. Ze krijgen dus de uitgangen -t en -en in de tegenwoordige tijd (streamt, streamen), -de(n) of -te(n) in de verleden tijd (streamde, mixte) en -d of -t in het voltooid deelwoord (gestreamd, gemixt).
Hoe vervoeg je volleyballen?
volleyballen
- volleyballen.
- volleybal, volleybalt.
- volleybalde, volleybalden.
- gevolleybald.
Wat is het verschil tussen een leenwoord en een barbarisme?
Een vreemd woord is een leenwoord waarvan de oorspronkelijke vorm niet is aangepast aan de fonologie, morfologie en spelling van het Nederlands. Een leenwoord wordt vaak verward met een barbarisme (anglicisme, gallicisme, germanisme enz.) of met bastaardwoorden.
Is Spaghetti een leenwoord?
De Nederlandse taal kent veel leenwoorden. Voorbeelden: sport: finish, coureur, goal. eten: spaghetti, lunch, knäckebröd.
Hoe herken je onregelmatige werkwoorden Engels?
Onregelmatige werkwoorden (irregular verbs) zijn werkwoorden die in de verleden tijd (past simple) of in de voltooide tijd (perfect tense) geen –ed achter het woord krijgen, maar een onregelmatige vervoeging hebben. Zo wordt ring bijvoorbeeld ‘rang’ en have wordt ‘had’ .
Wat is de voltooide tijd in het Engels?
Perfect tenses (de voltooide tijden) De voltooide tijden worden gevormd door een vorm van het hulpwerkwoord to have + voltooid deelwoord.
Is het lachte of lachtte?
Tegenwoordige tijd: Ik lach (stam) Hij lacht (stam + t) Wij lachen (hele werkwoord) Verleden tijd: Ik lachte (stam + te, het is niet ‘ik lachtte’ omdat de stam ‘lach’ is en niet ‘lacht’) Hij lachte (stam + te) Wij lachten (stam + ten) Voltooid deelwoord: Wij hebben gelachen.
Is het werkte of werkten?
Vormen Top
hele werkwoord (infinitief) | stam | verleden tijd (imperfectum) |
---|---|---|
werken | werk | ik werkte, hij werkte, wij werkten enz. |
stellen | stel | ik stelde, hij stelde, wij stelden enz. |